Dossier: sociale media

Het eerste decennium van de 21e eeuw wordt voor de meeste jongeren (en een groeiend percentage ouderen) gekenmerkt door het gebruik van sociale media. Alles wijst erop dat dat deze trend doorgezet wordt en een belangrijkere positie gaat innemen in ons dagelijks leven. Van ICQ en Hyves naar MSN, Twitter en Facebook. De digitale netwerken worden internationaler, interactiever en intensiever van aard.

Welke invloeden en effecten hebben zogenoemde sociale media op ons? Wat is de invloed op de maatschappij, onze echte contacten en op ons denken? Moeten we ons er volledig aan overgeven of ons er juist tegen verzetten?

Maatschappijleer.net analyseert de sociale media en kijkt welke invloed ze hebben op de hedendaagse maatschappij.

Sociale media netwerken

Sociale media netwerken

1. Wat zijn sociale media?

Door de grote verzameling van nieuwe of sociale media is het lastig een eenduidige definitie van dit begrip te geven. Wat alle sociale media gemeenschappelijk hebben is dat individuele interactie mogelijk is. Hiermee verschillen ze meteen van oude massamedia waarbij een bericht of boodschap automatisch toegankelijk is voor een grotere groep mensen. Interactie is er niet of nauwelijks. Ook wanneer een bericht naar een grotere groep mensen gestuurd wordt (zoals een Twitter-bericht), wordt deze als haast persoonlijk bericht ontvangen. Dat komt omdat de ontvanger zelf kiest van wie hij wel of niet de berichten ontvangt, hij heeft invloed op de selectie van berichten en ontvangt daarom louter ‘verpersoonlijkte’ boodschappen.
Verder wordt het begrip vaak uitsluitend toegekend aan internetdiensten, hoewel je je kunt afvragen in hoeverre een mobiele telefoon ook tot een sociaal medium gerekend kan worden.

Naast de invloed die mensen zelf hebben op de berichtgeving bevorderen sociale media ook de mate waarin berichtgeving verpersoonlijkt wordt. Zo kan een zoekmachine resultaten weergeven op basis van persoonlijke interesses of eerdere zoekacties. Een netwerksite als Hyves of Facebook kan suggesties doen voor nieuwe vriendschapsverbanden.
Berichten kunnen worden gedeeld met personen binnen het netwerk hetgeen wordt bevorderd door interacties tussen verschillende sociale media. Mensen binnen het netwerk bepalen in grote mate de inhoud en vooral de waarde van een bericht. Dat laatste kan bijvoorbeeld worden gedaan door het toekennen van digitale punten, kudo’s: hoe meer kudo’s des te belangrijker het bericht wordt.

Een definitie van sociale media zou kunnen zijn:

Sociale media zijn decentrale digitale netwerken waarbinnen mensen eenvoudig persoonlijke en interactieve berichten kunnen versturen, beïnvloeden of becommentariëren.

Enkele veelgebruikte voorbeelden van sociale media:
Netwerken: Hyves, Facebook
Persoonlijke berichtgeving: MSN, Twitter
Zoekmachines: Google, Live
Kopen: BOL, Amazon
Informatie: Wikipedia, WordPress
Multimedia: Youtube, Flickr
Forum/Nieuws: NuJIJ, FOK

2. Het gebruik

Om het gebrui van sociale media kort en bondig in kaart te brengen maken we onderscheid in kwantitatief en kwalitatief gebruik. Bij kwantitatief gebruik gaat het om de mate waarin de media gebruikt worden, bij kwalitatief gebruik om hoe ze gebruikt worden.

Kwantitatief gebruik

Veruit de grootste netwerksite in Nederland is Hyves. Volgens haar eigen statistieken telt Hyves ruim 10 miljoen accounts. Hieronder vallen echter ook inactieve en dubbele accounts, waardoor het werkelijke aantal lager uitvalt. Opvallend is dat Hyves het populairst is onder jongeren van 13-18 jaar: maar liefst 80% van hen heeft een account, waarbij meisjes vaker een account hebben dan jongens (88%-75%). Deze groep logt gemiddeld 28x per maand in, grofweg eens per dag.
Facebook is populairder bij de leeftijdsgroep 18-34 jaar. In Nederland is 63% van alle accounts in gebruik van deze leeftijdsgroep. Reden hiervoor kan zijn dat deze groep, in tegenstelling tot jongere internetters, meer buitenlandse contacten heeft door hun studie of reizen. Facebook telt ongeveer 2 miljoen Nederlandse accounts. Het netwerk opereert wereldwijd en telt ongeveer 500 miljoen gebruikers.
Ook Twitter is wereldwijd actief en telt meer dan 100 miljoen gebruikers. In 2009 werd het 5 miljardste bericht, een Tweet, verzonden.

Kwalitatief gebruik

De meest prominente reden om sociale media te gebruiken is, zoals de naam al verraad, het aanboren van nieuwe of onderhouden van bestaande contacten. Zo worden MSN en Hyves vooral door scholieren gebruikt om met vrienden van binnen en buiten school te communiceren. Ontsnapping van het dagelijks leven en ontspanning zijn tevens belangrijke motieven.
Inhoudelijk verschillen de berichten die worden verzonden:

  • bullshit: krabbels en berichten die nergens over gaan
  • bijpraten: over wat er gebeurd is of wat de persoon op dat moment bezig houdt
  • afspraken maken: over schoolwerk, uitgaan of andere activiteiten
  • reageren/volgen : reageren op voorgaande berichten of die van een andere bron

Netwerksites hebben naast bovenstaande functies ook andere mogelijkheden. Zo kunnen afspraken op grotere schaal gemaakt worden: een feest of evenement kan worden rondgestuurd, waardoor je netwerk weet wanneer er iets staat te gebeuren.
Door ‘lid’ te worden van bepaalde groepen die aansluiten bij je interesses blijf je op de hoogte van nieuws en activiteiten omtrent het onderwerp, maar soms belangrijker: je profileert jezelf. De mensen binnen een netwerk kunnen zien bij welke groepen iemand zich heeft aangemeld, waardoor karaktereigenschappen of interesses in één oogopslag duidelijk worden. Mensen kunnen (beter) inschatten wat voor persoon ze voor zich hebben. Ben je lid van de Maatschappijleer-hyve? Dan zul je bovengemiddelde interesse in het vak of onderwerpen hebben (vast een docent of zeer verstandige leerling).

Profilering en daarmee samenhangend het onlenen van een eigen identiteit vormt een steeds belangrijker wordend element in sociale media. Dat verklaart ook waarom mensen op hun profielen hun favoriete merken, idolen of muziek plaatsen. Het laat zien wie je bent. Niet alleen voor je netwerk, maar voor de hele wereld. En misschien nog het meest voor jezelf.

Mensen op Twitter maken op andere wijze gebruik van het medium. Zij combineren communicatie en profilering: je profileert jezelf niet door de opmaak of inhoud van je profiel, maar door de inhoudelijke reacties die je verzendt.

In de berichten geven personen aan wat ze doen of denken. De berichten kunnen ook gericht zijn op een bepaald persoon (als reactie) door diens gebruikersnaam in het bericht te plaatsen met een ‘@’ ervoor. Berichten kunnen tevens in categorieën geclusterd worden door ergens in het bericht een steekwoord te plaatsen met een ‘#’ ervoor.

Twitter heeft daarnaast een andere belangrijke functie gekregen. Het wordt steeds vaker een ‘nieuwsbron van het eerste uur’. Bij sommige gebeurtenissen is niet direct pers aanwezig, maar hebben betrokkenen of getuigen een Twitteraccount die ze door interactie van mobiele telefoon en internet in staat stelt te berichten. Een bericht over een ramp, ontruiming of onrusten verschijnt voordat de gevestigde pers er weet van heeft of er officiële berichtgeving uitgaat.

Overig gebruik

Naast de netwerk- en communicatiediensten als Hyves, Facebook en Twitter bestaan er andere toepassingen van sociale media: informatievoorziening, multimediale toepassingen en verpersoonlijking.

Informatievoorziening

Hieronder vallen Blogs en Wiki’s. Een blog of weblog is een website waarbij één of meerdere personen artikelen schrijven. Er kan gebruik gemaakt worden van online software zodat de gebruiker geen kennis hoeft te hebben van programmeertalen. Er kan op deze berichten gereageerd worden door bezoekers of worden doorgestuurd en/of gewaardeerd met punten, zogenoemde kudo’s. De berichten worden gecategoriseerd door ’tags’, steekwoorden die de essentie/onderwerp van het bericht weergeven. Zo worden samenhangende berichten automatisch met elkaar in verband gebracht.
Een andere toepassing is een Wiki. Dat is een netwerk van artikelen waar iedereen in principe aan kan meeschrijven. Bekendst is Wikipedia.

Multimediale toepassingen

Sommige mediadiensten zijn erop gericht om mensen de mogelijkheid te geven multimediale bestanden (als foto’s of video’s) te delen. De meestgebruikte diensten zijn Flickr en Youtube. De gebruiker deelt bestanden met anderen of ze zijn toegankelijk voor iedereen. Dit maakt het tonen van je leven of talenten gemakkelijk, zeker wanneer deze beelden eenvoudig door anderen in websites kunnen worden geïmplementeerd.
Google Docs is een toepassing die het mogelijk maakt werkbestanden te delen zodat meerdere personen tegelijkertijd aan een project kunnen werken.

Verpersoonlijking

Sociale media zijn vooral goed in het in kaart brengen en het verbinden van verschillende (persoonlijke) informatie. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt op verkoopsites als BOL. Al zoekende naar een specifiek boek worden ook verwante boeken geadverteerd die anderen tegelijk kochten met het gezochte boek.
Een dienst als Last.fm houdt bij welke muziek iemand op zijn computer afspeelt. Op basis van gespeelde muziek geeft de site een lijst met artiesten die zouden moeten voldoen aan de specifieke muzieksmaak van de gebruiker.
De media doen suggesties voor producten of personen op basis van met elkaar verbonden informatie. Ze zijn op dat punt vaak zelflerend en zelfcorrigerend, waardoor de suggesties steeds persoonlijker worden voor de gebruiker.

Uses and Gratification-theorie

Deze theorie van Blumler en Katz uit 1974 is bijzonder accuraat bij de toepassingen van sociale media. De theorie gaat er van uit dat mensen een actieve rol spelen in het kiezen van hun media en hun gebruik daarvan. Gebruikers zijn doelgericht in hun gebruik en zoeken media die het meest voldoen aan hun behoeftes. De theorie gaat er bovendien van uit dat er meerdere alternatieven zijn om hun behoeftes te bevredigen.

Kort gezegd: het gaat erom wat mensen doen met media, niet wat media doen met mensen.

3. Veranderend contact

Door de komst van nieuwe media verandert de manier waarop we contact hebben enorm. Om te beginnen is het veel gemakkelijker geworden contact te leggen met anderen. Bijna iedereen is wel ergens vindbaar op het internet. Vroegere vrienden of klasgenoten zijn, indien gewenst, vaak binnen een paar klikken weer bereikbaar. Eén bericht of verzoek kan voldoende zijn de persoon toe te voegen aan de lijst van vrienden: oude vriendschappen krijgen een tweede leven.

Toch is er een duidelijk verschil. Deze nieuwe vriendschappen zijn digitaal en bestaan voor het grootste deel uit gedeelde internetactiviteiten. Net als in het echte leven kun je met deze vrienden een goed gesprek hebben, je emoties uiten of elkaar vakantiefoto’s tonen, maar het fysieke aspect is volledig afwezig: je mist gelaatsuitdrukkingen, subtiele gebaren, lichaamstaal en fysieke aanraking.

Het menselijk aspect vermindert enerzijds, terwijl we nooit zoveel contact onderhielden met zoveel verschillende personen (soms tegelijkertijd). Het lijkt alsof de hoeveelheid contact veel groter is geworden met de komst van sociale media, maar de kwalitiet van het contact daardoor onder druk is komen te staan. Hoeveel inhoud hebben de berichten nog die we elkaar toezenden, zonder al die fysieke aspecten die de mens eigen zijn?

Om het gebrek aan menselijkheid/persoonlijkheid te ondervangen proberen sociale media de persoon terug te brengen, bijvoorbeeld door profielfoto’s (ook in berichten), multimediale bestanden en persoonlijke voorkeuren of interesses aan de gebruikers te koppelen. Zoals eerder vermeld ontlenen personen hun identiteit deels aan de informatie die ze op hun profiel zetten en maken ze in inschatting van anderen op basis van de informatie op hun profiel.

Als sociale media echter als middel en niet als doel worden gebruikt, kan het sociale contact in het echte leven ook een impuls krijgen. Via deze media kunnen ontmoetingen gepland worden, individueel of in groepen. Een bekend fenomeen zijn de extreem snel via Facebook georganiseerde straatdrinkfeesten, apëro geant, in Frankrijk. De sociale media zorgen er dan juist voor dat mensen meer in plaats van minder sociaal contact hebben, ook diegenen die minder in staat zijn deze contacten in het dagelijks leven aan te gaan. Het zorgt er op die momenten ook voor dat mensen zich met anderen verbonden voelen. Immers, iedereen die aanwezig is en hetzelfde aan het doen is, is er vanwege het gebruik van hetzelfde sociale medium.

De paradoxale conclusie luidt dus dat sociale media menselijk contact sterk doen verminderen, maar het anderzijds sterk doet bevorderen.
Het ligt er maar net aan hoe het medium gebruikt wordt.

Over Lukas

Lukas Lukas is een van de grondleggers van maatschappijleer.net, hij stond in 2010 aan de wieg van de weblog. Tegenwoordig woont en werkt hij in Berlijn.

http://maatschappijleer.net/235/lukas-archief/