Komend schooljaar geef ik een nieuw vak!
Nee, ik ben niet gevraagd om het vak levensbeschouwing of het vak mens & maatschappij te geven. Maar komend schooljaar geef ik voor het eerst maatschappijkunde. Jij ook? Ik ben gezegend met een school die maatschappijleer 2 als examenvak heeft. Vanaf nu heet dat dus maatschappijkunde, of zoals mijn roostermaker Niek al zegt: mask.
Dit was een idee van ons aller NVLM. Men hoopt hierdoor dat het vak meer betekenis krijgt. Om de keuze van de NVLM beter te begrijpen, is het goed om te kijken waarom er destijds gekozen is voor maatschappijleer in plaats van maatschappijkunde.
Hiervoor gaan we terug naar onze geitenwollensokkentijd: de jaren 60. Uit een publicatie haal ik een stukje uit ‘Burgerschapsvorming en de maatschappijvakken‘ over het ontstaan van de gamma-vakken, waaronder maatschappijleer:
Het nieuwe vak kreeg een naam die niet duidde op kennis of kunde, maar op vorming (de uitgang ‘-leer’ werd ontleend aan in het katholieke onderwijs gebruikelijke aanduidingen als ‘geloofsleer’, of ‘godsleer’), het kreeg geen voorgeschreven inhoud, er kwam geen aparte lerarenopleiding voor (iedere leraar kon het in principe geven) en het werd niet opgenomen bij de eindexamenvakken. Zo werd duidelijk dat hier een heel ander soort leren op het programma stond dan bij traditionele schoolvakken het geval was. Leraren moesten zich laten leiden door de vragen van de leerlingen. Dit alles kon ertoe leiden dat een nogal ‘vaag’ vak ontstond, waarvan de inhoud zeer onduidelijk was en de leraren lessen veelal organiseerden rond de vraag aan de leerlingen ‘waar ze het eens over wilden hebben’. Dit leidde tot gebrek aanzien voor het vak en marginalisering van de positie ervan in het curriculum.
Aan deze generatie moeten we dus telkens uitleggen dat het vak maatschappijleer is veranderd: Dat het nu echt een pittig vak is met veel lesstof. Niettemin werd maatschappijleer gezien als een vormingsvak. Van Dale noemt vorming ook wel ‘beschaven’. In dit licht kan ik de keuze van de NVLM voor het hernoemen van maatschappijleer 2 wel begrijpen. Er komt weinig vorming meer voor en de leerlingen bikkelen zich door de lappen tekst, om zo processen in de samenleving beter te begrijpen.
Het verplichte schoolexamenvak blijft maatschappijleer heten. Dit suggereert dat we met dit vak meer aan beschaven en ontwikkelen zouden moeten doen dan er nu gebeurt. Het examenprogramma is summier, maar de methodes staan vol met begrippen en zorgen er zo voor dat maatschappijleer tot een leer- en feitjesvak is verworden.
Dit legt eigenlijk de worsteling nog beter bloot die ik al een tijdje heb: In hoeverre volg je een strak ‘examenprogramma’ met vaste onderwerpen, kies je voor de actualiteit (terrorisme, economische crisis, duurzaamheid) of leg je meer de nadruk op voor jouw leerlingen belangrijke zaken (burgerschap). Willen we met maatschappijleer vormen of willen we ze kennis bijbrengen?
Over Stef van der Linden
Stef begon in 2017 met Methode M: de lesmethode voor maatschappijleer, maatschappijkunde en burgerschap. Tot schooljaar 2021-2022 stond hij 11 jaar zelf voor de klas op het vmbo.
Goede vraag!
Zelf gebruik ik ons vak om de leerlingen te leren nadenken.
Als ik dat zo opschrijf, staat het wel een beetje hautain. Want ze kunnen immers best nadenken.
Maar vaak niet over onderwerpen die ons allen min of meer aangaan. Die zijn vaak een beetje ‘ver van mijn bed’.
En dat maakt maatschappijleer zo geschikt om na te denken. Het ‘ver van mijn bed’ blijkt toch enorm dichtbij en de ’techniek’ van het denken, kan je dan weer gebruiken voor andere vakken.
Bij havo en vwo omschrijf ik maatschappijleer daarim als ‘het eerste vak dat je voorbereid op het eindexamen’ .
Dan ben je meer bezig met vorming. Ik neem aan dat je dit bij maatschappijleer doet? En dan de vervolgvraag, volg jij de methode of volgt de methode jou?